Lokaal

Brabander Gerard Prinse vertrekt bij de brandweer in Ridderkerk

Na 23 jaar vertrekt Brabander Gerard Prinse bij de post Ridderkerk van de brandweer. Indirect is de Corona pandemie de oorzaak van dit vertrek. Sinds 14 maart werkt Gerard  thuis in Made en is  het brandweerwerk onmogelijk geworden.  

Gerard Prinse (62) is getrouwd en vader van 2 dochters en een zoon. In februari hoopt hij voor het eerst Opa te worden. Gerard is begonnen bij de gemeente Ridderkerk als landmeter. Een afdeling die zijn domicilie had pal naast de brandweerkazerne aan de Klaas Katerstraat. Bij een brandweeralarm werd zijn kamer voorbij gesneld door collegae die vervolgens met zwaailicht en sirene het terrein verlieten. Hij was al actief als EHBO en BHV-er bij de gemeente dus het helpen van mensen in nood zat al in zijn bloed. Met de wetenschap dat er vrijwilligers gezocht werden was zijn interesse snel gewekt en startte hij in september 1997 met de opleiding voor de Brandweer.

Na zijn opleiding was Gerard wel een klein beetje een bijzondere brandweerman. Wel de luxe maar niet de lasten. “Tja dat klopt, ik vond dit best lastig voor mijn collegae. Alleen beschikbaar zijn tijdens de dag-uren en niet bij nacht en ontij uit bed hoeven. Wel was ik overdag bijna altijd beschikbaar, iets waar men in die tijd, gezien de krappe dag-bezetting, toch heel blij mee was. Daarnaast was ik ook beschikbaar voor grote klussen buiten de gemeente. Zo was ik ook bij de wateroverlast op de eilanden in 2013. Het klinkt gek, maar wel een van de mooiste inzetten. Samen met Wiek van ’t Zelfde stonden we uren bij een dompelpomp in Ouddorp.” Ook zijn maatschappelijke carrière binnen de gemeente veranderde. Inmiddels is hij adviseur grondzaken bij de afdeling Beleid Inrichting en Beheer. 

De brandweer heeft Gerard veel gebracht. “Ik heb op technisch vlak ontzettend veel geleerd, levensreddend handelen en omgaan met mensen in nood. Binnen het korps ben je een eenheid die goed moet samenwerken. De sfeer binnen het korps is goed. Dat is ten tijde van de overgang naar de Veiligheidsregio wel eens anders geweest. Vele nieuwe regeltjes, soms voor ons als gemeentelijk korps, onbegrijpelijk. Je hoorde veel zeggen, waarom? Het gaat toch goed op deze manier. Maar de overgang heeft ook veel opgeleverd. Zo werd het samenwerkingsgebied groter en kwam je nog wel eens ergens anders. Ook heb ik erover gedacht om vrijwilliger te worden in mijn woonplaats. Het is niet verder gekomen dan een gesprek. De druk om bij twee korpsen te werken betekent ook bij twee korpsen oefenen. Dit gaf een te grote druk op de toen spaarzame vrije tijd”.        

De laatste jaren veranderde ook het brandweerwerk en werd de brandweer veel ingezet bij hulpverlening zoals reanimaties. Ingrijpend voor slachtoffer en familie, maar ook voor de hulpverleners. “We hadden minder brand, maar wel veel meer hulpverlening. Altijd mooi om dan een bijdrage te kunnen leveren aan het beperken van de schade en het helpen van de slachtoffers. Ook de inzetten met paarden die in het water lagen staan mee nog goed bij. Ook ben ik in het kader van de BAR samenwerking nog twee jaar werkzaam geweest bij het korps in Barendrecht. Werkte ik in Ridderkerk, dan deed ik hier dienst en was ik in Barendrecht dan daar. Ik keek wel waar ze mij in het kader van de bezetting het beste konden gebruiken. Zo kijk je ook eens in de keuken bij een ander korps.” 

Naast het brandweerwerk was Gerard ook nauw betrokken bij de hulp aan de Afrikaanse gemeente Dogbo in het west Afrikaanse land Benin. Hier heeft hij meegewerkt aan het in kaart brengen en het registreren van grondeigendom van een gemeente van 80 000 inwoners. Een plaats zonder brandweer. De toenmalige burgemeester heeft mij gevraagd om te helpen bij het opzetten van een brandweerorganisatie. Omdat het project voor de gemeente Ridderkerk in 2018 afliep heb ik hier niet veel aan kunnen doen. Wel heb ik in België de gemeente Roeselare gevonden die de uitdaging van mij overnam. Inmiddels staat er ook al een brandweerwagen en wordt er personeel opgeleid.” Gerard is ook een goede sporter waardoor hij tweemaal als loper is opgenomen in het gemeentelijke Roparun team. Deze activiteiten, samen met de ruim 23 jaar brandweerdienst, heeft het de Koning behaagd Gerard lid te maken van de Orde van Oranje Nassau. Een mooie bekroning. 

Na 14 maart dit jaar veranderde alles. “Ik moest thuis werken. Er waren tijdelijk geen oefenavonden meer en alle andere activiteiten lagen stil. Eerst dacht ik dat het wel weer snel over zou gaan, maar zoals het er nu voor staat zal dit nog een lange tijd gaan duren en moeten we nog tot januari thuiswerken. En om nu alleen voor de oefenavonden naar Ridderkerk te komen lijkt een beetje overdreven. Daarnaast ben ik inmiddels 62 en is het tijd om mijn plekje, wat ik al 7 maanden niet kan invullen, over te doen aan een nieuweling. Na overleg met de coördinerend bevelvoerder Ton Mans heb ik besloten om per 1 november mijn brandweer uniform definitief uit te trekken. De leiding van het korps betreurd het vertrek maar begrijpt de stap wel. Hoe en wanneer er op gepaste wijze afscheid genomen kan worden is nog niet bekend.  

Heeft u naar aanleiding van bovenstaande ook zoiets van is dit niet iets voor mij, schroom niet en laat u voorlichten Heb je vragen en ben je enthousiast, ga dan naar www.betrokkenvrijwilligers.nl. Zowel brandweermensen met de nodige papieren als aspiranten zijn uitgenodigd om te solliciteren. 

Foto: Hans Muntz