Een 17-jarige Rotterdammer heeft twee jaar jeugddetentie en jeugd-tbs opgelegd gekregen voor doodslag. Op maandag 13 november vorig jaar werd de 18-jarige Bilal dood geschoten op de Olmenlaan in Ridderkerk.
Het vervelende in deze zaak is dat de verdachte zowel bij de politie als voor de rechtbank geen verklaring heeft willen afleggen, zodat er voor de nabestaanden nog veel onduidelijk is gebleven. De twee jaar jeugddetentie is de maximale straf die aan een minderjarige kan worden opgelegd en is met aftrek van het voorarrest.
In het vonnis is terug te lezen, dat een getuige, een vriend van het slachtoffer, heeft ter plaatse en later in zijn verklaringen bij de politie en rechter-commissaris consistent verklaard over het feit dat de veroordeelde degene is geweest die het slachtoffer heeft neergeschoten. Uit de verklaringen van de getuige volgt dat hij en de veroordeelde bekenden van elkaar waren en dat zij bij elkaar in de klas zaten. De getuige had die bewuste avond met de verdachte gebeld en bij de Aldi in Ridderkerk afgesproken om een discussie uit te praten. Bij de Aldi is vervolgens een woordenwisseling ontstaan tussen het slachtoffer en de verdachte, waarna de dader plotseling een vuurwapen uit zijn jaszak haalde en op Bilal schoot.
De verklaringen van de getuige vinden steun in objectieve bewijsmiddelen in het dossier, waaronder het onderzoek naar zijn telefoon en die van de verdachte. Het onderzoek naar de telefoons toont aan dat er om 18.58 – slechts enkele momenten voor het schietincident – kort telefonisch contact is geweest tussen de veroordeelde en de getuige en dat de telefoon van de dader daarbij een zendmast in de buurt van het plaats delict aanstraalde.
Ook de inhoud van de afgeluisterde en uitgewerkte telefoongesprekken van de moeder van de veroordeelde met haar zoon en anderen op de avond van het schietincident en de dag erna, wijzen op betrokkenheid van haar zoon bij het ten laste gelegde. Zo wordt erover gesproken dat de kleding moet worden gewassen of verbrand vanwege kruit van ‘die ding’, dat de zoon loopt met ‘die ding’ en dat hij voor zichzelf is opgekomen. Deze omstandigheden schreeuwen om een verklaring van de verdachte. Desondanks heeft hij bij de politie, bij de rechter-commissaris en ter terechtzitting geen verklaring willen afleggen. Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de schutter is die het slachtoffer in zijn buik heeft geschoten als gevolg waarvan hij op 14 november 2023 is overleden.