“ Ik wist niet wat ik zag”, zei de vijftien jarige natuurliefhebber Lucas, mijn oudste kleinzoon, vorige week tegen mij en vervolgde: “een onbekend dier op het fietspad vlakbij de grote vijver.
Mogelijk een kreeft of een enorm insect. Ik heb een foto gemaakt. Weet u wat het is opa?” Bij het bestuderen van de foto, kwam een mooie herinnering boven. Bij een excursie natuurstudie o.l.v. een boswachter groef de boswachter aan de voet van een duin een apart uitziend dier uit. Zo’n beestje heb ik maar eenmaal in mijn leven gezien: de veenmol. Nu dus de tweede keer.
Lucas blij, nog meer toen hij hoorde dat zijn vondst in Nederland en België vrij zeldzaam is. In België nog op de rode lijst en in ons land niet meer op de rode lijst, omdat het aantal hier iets toeneemt. Op rode lijsten staan met uitsterven bedreigde soorten. De voorkant van het insect is gepantserd met grote, krachtige poten om snel te kunnen graven. Daar lijkt hij iets op de gewone mol, bijna zijn enige natuurlijke vijand. Ze kunnen vliegen en even hard achteruit als vooruit lopen. Vrouwtjes zijn tot ruim 7 cm lang en daarmee is de veenmol een van de grootste insecten in West-Europa. Het vliegend hert is de grootste kever; daar zijn de mannetjes het grootst met hun “gewei” tot 9 cm groot.
Door: BAR Lokale Media, deze week te lezen in De Combinatie.