Lokaal

Vijftig jaar in dienst van de eredienst

Psalmen en Bach wil hij het liefste spelen. En dat al een halve eeuw lang. Aan gedrevenheid en inspiratie ontbreekt het de Ridderkerkse organist Marien Hofman na 50 jaar zeker niet: “Prachtiger dan het versmelten van samenzang met de orgelklanken is er niet. En er zijn zoveel mooie stukken om te spelen.”

Marien begeleidde op 16-jarige leeftijd voor het eerst een kerkdienst van de gereformeerde gemeente in Klaaswaal. Hij werd daarna kerkorganist in Goudswaard. Na zijn verhuizing naar Ridderkerk speelde hij in de erediensten van de Bethelkerk en de Singelkerk. Aan laatstgenoemde hervormde kerk is sinds 1992 als kerkorganist verbonden. “Het Van den Heuvel-orgel daagt me nog steeds uit” stelt Hofman, die zich altijd nauwgezet voorbereidt. Voorafgaand aan de dienst neemt hij contact met de predikant op over de liederen die gezongen gaan worden. “Daar ga ik dan mee aan de slag. De registers die ik wil gebruiken schrijf ik op. Dan hoef ik daar tijdens de dienst niet over na te denken” licht hij toe.

Marien Hofman wil de kerkzang dragen met de muziek die daarbij past. Hij wil dat ook met de orgelklanken de boodschap van een Psalm wordt uitgedragen. “Bij een Psalm hoort geen vlak orgelspel. Bij een klaagzang past mineurmuziek en bij een jubelzang moet ook het orgel in die verhoogde stemming zijn. De oude toonladders zoals Frygisch en Dorisch zijn goud waard. In Psalm 98 staat dat ’s Heeren huis van vreugde druise. Dan mag het dak eraf!” vindt de organist.

150 Psalmen vastgelegd
Met medewerking van verschillende voorgangers is het Hofman gelukt om alle Psalmen een keer gespeeld te hebben in een eredienst. Hij legde ze hiertoe steeds een keuzelijstje voor. “Dominees hebben vaak hun voorkeur voor bepaalde Psalmen en kiezen niet snel voor een minder bekende of moeilijke te zingen Psalm. Hiermee daagde ik ook de voorgangers uit om het eens anders te doen” vertelt de Ridderkerker.

De kerkorganist heeft hiermee ook de niet-ritmische zang van alle 150 Psalmen voor generaties vastgelegd. Met tien cd’s kan hij laten horen hoe er traditioneel gezongen wordt. Hofman benadrukt daarbij dat hij zeker niet tegen ritmisch gezongen Psalmen is. “Ik vond het wel van historisch belang om het vast te leggen. Ik ben ook al jaren organist voor Prinsekerk in Rotterdam, dus ik was al bekend met andere manieren van zingen.”

Elke kerkdienst mag Hofman ook graag opluisteren met een stuk van Bach of tijdgenoten. “Het toppunt van protestantse muziek. Het zit vol symboliek met alle eer voor de Heer” weet de organist, die bescheiden stelt dat hij geen Bachvirtuoos is: “Ik ben geen hoogvlieger en geen pedaalridder. Waar ik wel voor sta is dat ik altijd een goed stuk muziek wil brengen.”

Marien ervaart het allesbehalve als een vanzelfsprekendheid dat hij op zondagen achter het orgel mag plaatsnemen: “Elke keer bid ik dat ik de inspiratie mag krijgen van de Heilige Geest. Het is Zijn dienst en daar mag ik met muziek dienstbaar aan zijn. Als het allemaal mooi samenvalt heb je een mooie dienst.”

Gouden insigne
Marien Hofman vierde zijn gouden jubileum niet met een eigen concert. Hij koos voor een avond met samenzang, Bachvertolkingen door Sietze de Vries en een referaat over de Bijbel, Bach en Bonhoeffer door ds. D.M. van der Linde. Hij werd op deze avond in de Singelkerk verrast met een gouden insigne van Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk beheer in de Protestantse Kerk in Nederland.

Door: BAR Lokale Media, deze week te lezen in De Combinatie.