De lokale kerken in Ridderkerk bieden in samenwerking met RTV Ridderkerk Troostradio: een korte, gesproken column als bemoediging en troost. Troostradio verbindt inwoners van Ridderkerk in tijden van de coronacrisis.

Troostradio wordt uitgezonden op maandag, woensdag en vrijdag 1x in de ochtend en 1x in de middag in het reclameblok vóór 11 en 18 uur.

Deze keer wordt de bijdrage verzorgd door Ds Martin de Geus van de Levensbron. De tekst wordt direct gepubliceerd zodat u kan mee– en teruglezen. Een overzicht van alle reeds uitgezonden afleveringen is op deze pagina te vinden.

Bijdrage Ds Martin de Geus van de Levensbron beluisteren, maandag 6 april 2020.



Stilte 

Gisteren is de Stille Week begonnen. Dat is de week voor Pasen. En normaal gesproken heeft dat woordje ‘stille’ dan alleen een kerkelijke betekenis.

Maar dit jaar zijn ook de straten, de stations en winkelcentra stil. En dat is wennen. Of moet ik zeggen dat het inmiddels al wennen is dat het niet zal wennen.

Want een ogenblik stilte kan best weldadig zijn. Maar een minuut duurt ons algauw te lang. Laat staan een dag ofeen week, een maand. Die zijn niet om dóór te komen. Zo saai.

Hoewel? Misschien kunnen we het ook anders zien. Geen enkele stilte is immers absoluut. Er zijn altijd nog wel bijgeluiden te horen. Dat bewees de componist John Cage wel met zijn pianostuk 4.33. 

Die cijfers staan voor de lengte. En het stuk zelf bestaat uit drie delen stilte. Deel 1 een stilte van 33 seconden. Deel 2 duurt precies 2 minuut 40, en het slotdeel 1 minuut 20. 

En dus al die tijd zit de pianist alleen maar op zijn kruk, zonder ook maar een toets aan te raken. Hij drukt alleen een stopwatch in, om de delen precies te klokken.

Een vreemde gewaarwording, die algauw op je lachspieren werkt. En toch hoor je bijvoorbeeld nog je eigen ademhaling. Of er rijdt net een auto voorbij. Of je hoort de muziek bij de buren. 

Kortom, stilte is er nooit zonder geluid. En daarbij kan de stilte ook zelf spreken. Of misschien is het God wel die spreekt dóór de stilte. Zo voelde de profeet Elia dat ooit. 

En een moderner voorbeeld kunnen we vinden in het slot van het magistrale gedicht Eindaugustuswind van de bekende dichter Jan Willem Otten. Ik citeer:

Ik heb mij nu zo luid tot u gericht
dat uw zwijgen is gaan klinken
naar de stilte in een bladstil bos
nadat er ’s nachts uit een tent
een kind geroepen heeft en het was
het mijne niet. Ik twijfel niet
aan uw bestaan zo lang u tot mij
zwijgt. Het is aan mij, u laat mij vrij
om uit uw echoënde stilte op te staan.

Dus de stilte heeft iets van God, juist ook als hij niet direct antwoordt op ons bidden of roepen. Laten we dat alvast onderstrepen. 

Want dan hoeven we niet meteen te denken: hij is er niet, of hij bestaat niet eens. Maar in plaats daarvan kunnen we dan ook eerst luisteren naar zijn zwijgen. En proberen te horen – en begrijpen – wat dat zwijgen ons wil zeggen.  

Zo riep Jezus ooit, met luide stem: ‘God, waarom hebt u mij verlaten?’ En God zweeg. Net zo lang tot Jezus opstond. Een ondoorgrondelijk wonder. Maar ook een ontzaglijk bevrijdend voorbeeld.

Want opstaan kunnen wij óók, uit de duizend doden die we soms sterven. In de stilte van de vroege ochtend. Als de Heer ons wekt. ‘Lieve mensen, goedemorgen. Het is tijd om op te staan’.