Regionaal

Drinkwatervoorziening staat onder druk

Nederlandse drinkwaterbedrijven slaan gezamenlijk alarm over de beschikbaarheid van water voor de drinkwatervoorziening.

Uit onderzoek van Vewin (vereniging van waterbedrijven in Nederland) blijkt dat alle drinkwaterbedrijven al voor 2030 meer productiecapaciteit nodig hebben. Oasen, dat drinkwater levert aan zo’n 800.000 inwoners van het oosten van Zuid-Holland en westelijk gedeelte van Utrecht, kan nu de drinkwatervraag goed aan. Maar als ze niks zouden doen, zullen ze in aanloop naar 2030 haar reserves moeten aanspreken. Aan het uitbreiden van productiecapaciteit en winlocaties gaat een lang traject vooraf om de vergunningen rond te krijgen. Daarom roepen de drinkwaterbedrijven overheden tot actie op om de drinkwatervoorziening zeker te stellen.

Toename watervraag

Om te voorkomen dat Oasen haar reserves zal moeten aanspreken voor 2030, wil het drinkwaterbedrijf voor die tijd haar winningen uitbreiden. Het gaat om een nieuwe winning in Nieuw-Lekkerland en een uitbreiding van de winning in Vianen. Hiervoor zijn ze bezig met voorbereidende studies en ze zijn erover in overleg met de omgeving en het bevoegd gezag dat de vergunningen daarvoor moet afgeven.

Maatregelen voor ná 2030

Voor de verdere toekomst zijn alleen deze maatregelen van Oasen onvoldoende om aan de drinkwatervraag van de klanten te voldoen. Het aanleggen van aanvullende win- en productielocaties is noodzakelijk voor ná 2030. Zo doen ze nu onderzoek naar een geschikte locatie in de Krimpenerwaard of Alblasserwaard. Daarnaast onderzoeken ze de mogelijkheden productielocatie Elzengors opnieuw op te starten. Deze zuiveringslocatie werd in 2009 overbodig door de ingebruikname van de zachtwaterleiding tussen Dordrecht en Zwijndrecht. Echter heeft Oasen de grond en winvergunning met het oog op de toekomst behouden. Met nieuwe zuiveringstechnieken kunnen ze een nieuwe win- en zuiveringslocatie gaan realiseren en op gaan starten.

Kwaliteit drinkwaterbronnen

Bovendien verslechtert de kwaliteit van de Nederlandse drinkwaterbronnen door vervuiling van landbouw, industrie en huishoudens. De bronnen staan onder druk door verzilting en nieuwe stoffen. Om de drinkwatervoorziening veilig te stellen, zet Oasen in op verfijnde zuiveringstechnieken met membranen. Deze methode haalt alle stoffen uit het water, maar vraagt om meer productiecapaciteit. Anders dan bij de gangbare manier van zuiveren in Nederland, blijft er bij membraanfiltratie een reststroom over. Dit is ongeveer 20 procent van het opgepompte grondwater. Daarnaast onderzoekt Oasen alternatieve bronnen. Zo kijken ze naar de mogelijkheden om van brak water (zout water) of afvalwater drinkwater te maken.

Wat vragen drinkwaterbedrijven van overheden?

Al eerder hebben de Nederlandse drinkwaterbedrijven aangegeven zonder extra maatregelen niet te kunnen garanderen dat er op tijd goed drinkwater voor de ruim 900.000 nieuwe woningen, die het kabinet wil bouwen, beschikbaar is. Om deze en andere uitdagingen waar de drinkwatersector voor staat, aan te kunnen moet meer werk worden gemaakt van het tijdig aanwijzen, beschikbaar maken en beschermen van nieuwe (waaronder alternatieve) bronnen voor drinkwater. Drinkwaterbedrijven moeten ruimte krijgen die bronnen ook daadwerkelijk te benutten. Daarnaast moet de kwaliteit van bestaande drinkwaterbronnen beter beschermd worden. De drinkwaterbedrijven willen ook meer ruimte als het gaat om vergunningverlening om water te winnen en deze vergunningen ook daadwerkelijk en volledig te kunnen gebruiken. Tenslotte is meer ruimte nodig voor de financiering van investeringen in nieuwe productie-, zuiverings- en distributiecapaciteit.