Regionaal

Mondkapjes verplicht in Albert Schweitzer Ziekenhuis

Iedereen die vanaf zaterdag 3 oktober een van de locaties van het Albert Schweitzer ziekenhuis binnengaat, moet een mond-neusmasker dragen. Met dat dringende verzoek sluit het ziekenhuis aan bij de toenemende roep uit de samenleving en van de overheid om het coronavirus met nóg meer kracht te bestrijden.

Bezoekers en poliklinische patiënten wordt verzocht hun eigen mondkapje mee te brengen, zoals dat ook in het openbaar vervoer het geval is. Dit kapje blijft gedurende het hele verblijf in het ziekenhuis op, behalve wanneer een zorgverlener vraagt om het af te doen voor onderzoek of behandeling.

Andere maatregelen blijven

De nieuwe huisregel is een aanvullende maatregel. Een niet-medisch mondkapje biedt namelijk geen bewezen, volledige bescherming tegen het verspreiden of oplopen van het virus. Daarom blijven alle andere maatregelen gewoon van kracht: het houden van afstand, strikte handhygiëne en het wegblijven uit het ziekenhuis bij koorts of verkoudheidsklachten. 

Screening bij de deur

Ook de screening bij de ingangen blijft bestaan. Een patiënt die bij de deur klachten vertoont als hij/zij een afspraak heeft, krijgt van de medewerkers aan de deur een medisch mond-neusmasker uitgereikt en mag daarmee naar de betreffende afdeling voor verder overleg. Een bezoeker die bij de deur klachten blijkt te hebben, wordt gevraagd om niet naar binnen te gaan.

Faceshield

Alle medewerkers gaan in het ziekenhuis ook continu een extra beschermingsmiddel dragen, maar geen eigen mondkapjes. Het Albert Schweitzer ziekenhuis wil dat medewerkers een middel gebruiken dat bewezen effectief is tegen overdracht van het virus. Voor hen worden daarom ‘faceshields’ aangeschaft, een doorzichtig plastic scherm dat voor het gezicht gedragen wordt.

Ambulance

De zorgverleners van de Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid dragen per direct bij alle patiëntencontacten een chirurgisch mond-neusmasker. Ook zij willen de kans op verspreiding van het virus zo klein mogelijk maken. Ambulancepersoneel kan immers geen anderhalve meter afstand tot patiënten houden en ook niet altijd tot de naasten van de patiënt. Is er bij de melding sprake van een ‘echte’ coronaverdenking, dan verschijnen de ambulancemedewerkers in een beschermend pak met een FFP2-masker en een spatbril.

Tevens is de ambulancedienst wegens de nieuwe coronapiek weer gestopt met het meenemen van familieleden of andere begeleiders van de patiënt in de ambulance, zoals dat ook van eind maart tot begin juli het geval was. Naasten moeten de patiënt zelf nareizen naar het ziekenhuis. Is de patiënt een kind, dan is een uitzondering mogelijk.